Merrie begeleiding
Wilt u gaan fokken met uw merrie? Dan kunt u hiervoor ook bij de dierenartsen van Dierenartsenpraktijk V.U.G. terecht. Wij kunnen uw merrie begeleiden bij de verschillende fases van de dracht, zoals:
- het bepalen van het juiste moment van inseminatie
- het insemineren van de merrie met vers sperma
- het controleren van het aanslaan van de inseminatie en eventuele her-inseminatie
- controle van de dracht
- geslachtsbepaling op 60-65 dagen dracht
- pret-echo / geslachtsbepaling vanaf 150 dagen dracht
De drachtigheids begeleiding vindt plaats met behulp van een echo en kan bij de merrie op locatie plaatsvinden.
Daarnaast kunnen onze dierenartsen uw merrie ook begeleiden na het vaststellen van de dracht, bijvoorbeeld bij een slecht sluitende geboorteweg bij de merrie, welk behandeld kan worden via een zogenaamde Caslick-ingreep.
Heeft u speciale wensen voor uw merrie, zoals inseminatie met diepvries sperma of embryo transplantatie, dan kan het voorkomen dat wij u doorverwijzen naar één van de specialisten waarmee wij samenwerken.
Lees verder voor meer informatie over de cyclus van de merrie en de dierenarts bezoeken voor het bepalen van het juiste inseminatie moment en de dracht controle.
De cyclus van de merrie en het dierenarts bezoek
De cyclus van de merrie:
- De cyclus van de merrie duurt gemiddeld 21 dagen, maar dit kan variëren.
- In deze 21 dagen is de merrie 4 à 7 dagen 'hengstig'.
- In de winter wordt een merrie niet hengstig, rondom de zomer wel. In het voorjaar en in het najaar gaat de merrie dus door een overgangsperiode, waarin ze onregelmatig hengstig kan zijn.
- Heeft een merrie geveulend, dan wordt zij tussen de 5e en 12e dag na de geboorte weer hengstig. Dit wordt de ‘veulen hengstigheid’ genoemd.
Hoe herkent u de hengstigheid?
Voorop gesteld: niet elke merrie laat de hengstigheid even goed zien.
Het best is de hengstigheid te zien wanneer zij bij een hengst in de buurt gebracht wordt (‘schouwen’). Sommige merries laten de hengstigheid ook zien wanneer zij bij ruinen of andere merries in de buurt komt.
Wanneer de merrie bij andere paarden in de buurt komt zal zij de staart omhoog doen en frequenter urineren, waarbij de urine wat troebeler wordt. Op het begin van de hengstigheid slaat zij na wat snuffelen nog met het voorbeen van zich af, later zal zij juist meer toenadering accepteren. Dichter op het juiste dek moment kan de merrie na het snuffelen en urineren ook met de vagina gaan ‘blitzen’. Dit blitzen is het ritmisch naar buiten bewegen van de clitoris. Let op: niet alle merries laten dit altijd even duidelijk zien als er geen hengst in de buurt is, dus ga er niet op wachten voordat u de merrie laat scannen. Tot slot, sommige merries worden minder goed voor het been, of gaan ‘aan je been plakken’ tijdens het rijden. Bel op tijd de dierenarts, want de ovulatie vindt plaats vóór het einde van de hengstigheid.
Meestal wordt de merrie bij de dierenarts aangeboden zodrá de hengstigheid gezien wordt. Indien dit niet goed te zien is, en er geen hengst gebruikt kan worden om de merrie te ‘schouwen’, dan kan de merrie op een willekeurig moment door de dierenarts gescand worden. Indien zij dan niet hengstig is kan de scan op een later moment herhaald worden, of kan zij hengstig gemaakt worden m.b.v. een prik.
Wat doet de dierenarts?
De dierenarts kan via rectaal onderzoek de cervix, de baarmoeder en de eierstokken onderzoeken.
Cervix:
Ook wel ‘baarmoedermond’ genoemd. Gewoonlijk zit de cervix ‘dicht’ om de baarmoeder van de buitenwereld af te sluiten. Tijdens de hengstigheid ontspant de cervix naarmate de eisprong nadert, zodat het sperma de baarmoeder in kan komen. Daarna gaat de cervix weer dicht, zodat de baarmoeder (en mogelijk de vrucht) weer beschermd wordt. De dierenarts voelt via het rectum met de hand of de cervix open of dicht staat. Indien er twijfel bestaat kan dit uiteraard ook vaginaal gevoeld worden.
Baarmoeder:
Tijdens de hengstigheid ontstaat er oedeem in de baarmoeder. Dat oedeem kan op de echo gezien worden en is dus een teken voor de dierenarts dat de merrie hengstig is. Ook wordt meteen gekeken of er geen vocht in de baarmoeder ontstaat, wat een indicatie kan zijn van ontsteking of infectie. Zit er vocht, dan moet dat eerst opgelost worden voordat er gedekt kan worden. Dat betekend soms dat je een cyclus aan therapie op moet offeren, zodat de baarmoeder tijdens de volgende cyclus wél klaar is voor inseminatie.
Eierstokken:
Op de eierstokken wordt m.b.v. een echo gekeken naar 1) de eitjes van de merrie en 2) of er een 'geel lichaam' zit. De dierenarts houdt in de gaten of er een eitje aan het rijpen is, door te meten hoe groot deze is. Er zitten altijd meerdere eitjes, maar meestal zal er maar één eitje gaan groeien en ovuleren. In enkele gevallen zullen er meerdere eitjes groeien, waarbij het belangrijk is om na het dekken te controleren of er een tweeling ontstaan is of niet.
Wanneer een eitje ge-ovuleerd heeft blijft er een 'geel lichaam' achter. Dit kan ook op de echo gezien worden. Een geel lichaam verteld het lijf dat de hengstigheid over is. Na een tijdje breekt het gele lichaam vanzelf af en wordt de merrie weer hengstig. Soms willen we dat versnellen (bijvoorbeeld als we de merrie z.s.m. weer hengstig willen krijgen om te dekken). In dat geval kunnen we de merrie een prikje geven om het gele lichaam te laten afbreken, waardoor de merrie weer hengstig wordt.
Wanneer dekken?
Wanneer met vers sperma geïnsemineerd wordt, is dit in de meeste gevallen 48 uur vruchtbaar in de merrie. Dat betekend dat er gedekt wordt wanneer de merrie mogelijk binnen 48 uur zou kunnen gaan ovuleren. Na 48 uur wordt de merrie weer bekeken, om te zien of het eitje er nog zit of dat er nu een geel lichaam zit (en de merrie dus ge-ovuleerd heeft). Zit het eitje er nog, dan moet de merrie opnieuw gedekt worden. Indien nodig kunnen we m.b.v. een prikje de merrie helpen ovuleren, mits het eitje een bepaald formaat heeft.
Wanneer dracht controle?
Indien er een dracht tot stand is gekomen, dan zal het vruchtje ongeveer vanaf dag 13 met de echo gezien kunnen worden, maar soms is het makkelijker vanaf dag 14. De eerste dracht controle wordt dus gedaan op 15 dagen na dekken, zodat het vruchtje ongeveer 13 à 15 dagen oud is (de merrie ovuleerde immers binnen 2 dagen na dekken).
Indien er toch een tweeling is ontstaan, kan de dierenarts één van de vruchtjes kapot drukken, zodat het andere vruchtje door kan groeien. Dat wordt aangeraden omdat de meeste tweeling drachten leiden tot abortus in het laatste deel van de dracht. Het 'crushen' van één van de vruchtjes kan het beste gedaan worden voor dag 16, omdat de vruchtjes vanaf dag 17 zich vast hechten op 1 plaats. Het gebeurt dan wel vaker dat de twee vruchtjes tegen elkaar aan zitten, en dan wordt het lastig om nog een vruchtje heel te laten.
Mogelijke momenten voor verdere dracht controle:
- Tot aan 21 dagen is het vruchtje te zien als een perfect rond blaasje, vanaf dag 21 is het blaasje niet meer rond en kan het vruchtje zelf als een klein stipje op de bodem van het blaasje gezien worden.
Afbeelding 1 en 2: Links een dracht van ongeveer 15 dagen. Rechts een dracht van ongeveer 24 dagen. Links is het blaasje mooi rond, rechts is het ‘grillig’ van vorm. De gele streepjes geven de baarmoeder aan. De blauwe pijlen wijzen de dracht aan. Het gele driehoekje in de rechter afbeelding wijst het vruchtje op de bodem aan.
Afbeelding 3: Een vruchtje van 28 dagen. Het gele driehoekje wijst de vrucht aan, die precies midden in het blaasje ligt.
- Op 28 dagen ligt het vruchtje precies in het midden van het blaasje.
- Op 36 dagen ligt het vruchtje bovenin het blaasje.
- Wanneer een dracht na 36-40 dagen verloren zou gaan, zou de merrie niet meer hengstig worden waardoor het onopgemerkt kan gaan dat de dracht verloren is. Wij adviseren dus een controle tussen 30 en 35 dagen, waarbij ook het hartje bekeken kan worden. Indien er dan iets niet klopt, kan geprobeerd worden de merrie nog weer hengstig te krijgen.
- Op 47 dagen is zowel het embryo als de navelstreng te zien.
- Tussen 60 en 70 dagen kan geprobeerd worden te bepalen of het een hengstje of een merrie wordt!
Download hier bovenstaande informatie in pdf
Dierenartsenpraktijk Voorthuizen, Uddel en Garderen
Adres
Evertsenlaan 18
3781 TB Voorthuizen
0342-471316
© Dierenartsenpraktijk V.U.G. | Ontwikkeld door Ikabus